DE ALBANESE MUNT: LEK

 

De lek (mv. lekë) is de munteenheid van Albanië, verdeeld in 100 qindarka. Met de muntwet van 13 juli 1925 werd in Albanië de munteenheid frang ar (ook: franka ari) ingevoerd, die overeenkwam met de Franse goudfrank (1 frang ar = 5 lekë = 100 qindar ar; 1 lek = 20 qindar ar = 100 qindar leku). Deze wet opende verder de mogelijkheid tot het slaan van goudstukken van 100, 20 en 10 franga ar en zilverstukken van 5, 2 en 1 frang(a) ar, terwijl de lagere waarden van onedele metalen zouden zijn. Deze waarden bestonden uit munten van 5 en 10 qindar leku, 1/4 en 1/2 leku en 1 lek met afbeeldingen uit de Griekse Oudheid: oud-griekse beeldenaars en symbolen.

De naam lek is afgeleid van Alexander; op de voorzijde van de lek ( 1930-31) staat namelijk het hoofd van Alexander de Grote, de Noord-griekse koning die in Albanië in bijzonder hoog aanzien staat. Later (1937) werd het portret van de Albanese koning Zogu I afgebeeld.

Tijdens de Italiaanse bezetting vond decimalisering plaats en werd de lek (van 1939 tot 1944) gelijkgesteld aan de Italiaanse lire en werden de waarden op munten en bankbiljetten aangegeven in tienden, enkelvoud en veelvouden van de lek. Daarnaast werd het portret van koning Zogu vervangen door de Italiaanse koning Viktor Emanuel III.

Op 11 januari 1946 werd de Volksrepubliek uitgeroepen en werd de munteenheid weer de Lek, meervoud lekë. In 1964 wordt de Lek weer onderverdeeld in 100 Qindarka.

Qrien Heinsbroek